Koers bepalen
CampusNL & de challenge
Stichting Campus is gespecialiseerd in het op maat maken van programma's voor scholen in Rotterdam. Tijdens 'The Finals' ben ik samen met mijn groep bezig geweest met een vraagstuk voor deze mooie opdrachtgever. Campus is verantwoordelijk voor het opzetten van het programma, het regelen van begeleiding en het verzorgen van workshops. Het werk van Campus draagt bij aan de ontwikkeling van kinderen op verschillende gebieden, terwijl docenten op Campusdagen de vrijheid hebben om andere activiteiten te ondernemen. De directrice van Campus heeft richting ons haar landelijke ambities uitgesproken en geeft aan zich ook te willen vestigen in andere steden. In Rotterdam is het bedrijf de laatste jaren enorm gegroeid, nu is het aan ons de taak om deze groei ook in gang te zetten in andere steden. Dit gaan wij doen met het volgende vraagstuk: "Hoe kan CampusNL zorgen voor meer afnemers van Campusdagen voor primair onderwijs buiten Rotterdam?".
Het in kaart brengen van het bedrijf
Om de juiste koers te kunnen bepalen zijn we begonnen met het onderzoeken van de huidige situatie. Ik ben begonnen met het opstellen van het Businessmodelcanvas (2. Bijlage BMC). Daarnaast hebben wij het 7S Model op kunnen stellen. (3. Bijlage 7S-Model). Met het gebruik van deze modellen was het doel om achter de huidige werkwijze van Campus te komen. Met de golden Circle (4. Bijlage Golden Circle) heeft dit onderzoek naar deze modellen geleid tot belangrijke inzichten. Een voorbeeld hiervan is dat Campus een jong en enthousiast team is dat zich inzet voor de ontwikkeling van kinderen. Met een huidig team van 21 mensen is Campus nog niet volledig klaar voor veel meer afnemers.
Door verschillende collega's te interviewen hebben wij als groep zijnde buiten de bestaande kaders kunnen treden. Het doel van deze interviews was naast het beter leren kennen van de organisatie, ook tot nieuwe inzichten te komen over het vraagstuk. Deze interviews met ons communicatieteam en onze directrice heeft tot een aantal inzichten geleid (5. Bijlage Inzichten Interviews). Ten eerste is CampusNL erg sterk op haar social-media kanalen. Dit blijkt uit het gebruik van verschillende kanalen waar wekelijks op geplaatst wordt. Daarnaast vindt CampusNL het belangrijk om klanten persoonlijke aandacht te geven. Wel zijn ze afhankelijk van subsidies.
Onderzoek van het landschap
Het persoonlijk benaderd worden en het contact via netwerken is voor scholen erg belangrijk. De scholen waar CampusNL zich op focust zijn de basisscholen die tot de top 5% behoren op basis van achterstandsscores. Deze scholen liggen vaak in achterstandswijken. In deze buurten ligt het inkomen dan ook lager dan het gemiddelde van Nederland (31. Bijlage Afnemersanalyse). De bedrijfstak hebben wij kunnen analyseren aan de hand van het DESTEP-model (6. Bijlage Bedrijfstakanalyse). Uit het onderzoek blijkt dat Den Haag na Rotterdam de 2de minst ontwikkelde stad is van Nederland. Ook is de vraag naar leraren in den Haag het afgelopen jaar met 3,5 % gestegen (Diepenveen, 2024). Door dit lerarentekort is het vaak erg druk voor de leraren die op dit moment op de scholen werken. Dit is natuurlijk een kans voor CampusNL, omdat zij ervoor kunnen zorgen dat docenten dagen vrijgespeeld kunnen worden.
Uit het politiek-juridische onderzoek blijkt dat er vanaf 1 april 2024 scholen uit de top 10% achterstandsscores in aanmerking voor de subsidie school en omgeving, in plaats van de huidige 5% (Overheid.nl, 2023). Hierdoor kunnen meer scholen activiteiten organiseren met deze subsidie, wat betekent dat meer scholen budget hebben om Campusprogramma's af te nemen.
Doordat uit eerder onderzoek gebleken is dat scholen in Den Haag interessant kunnen zijn voor Campus is het ook van belang geweest om de concurrenten te onderzoeken. Met de concurrentenanalyse wilden wij mogelijke bedrijven onderzoeken die hetzelfde aanbieden als Campus. Uit de concurrentieanalyse blijkt dat (7. Bijlage concurrentenanalyse) Andersom Den Haag een bedrijf is dat ongeveer hetzelfde aanbiedt. Wel kan Campus zich op een aantal manieren onderscheiden. Campus regelt alle aanbieders van de workshops, zorgt voor begeleiding en speelt hierbij docenten vrij. Bij Andersom Den Haag moet er vanuit de school zelf contact opgenomen worden met aanbieders en moeten de leerlingen begeleid worden door mensen vanuit de school. Deze USP's zullen bij de overstap naar Den Haag cruciaal zijn om de potentiële targets over te halen met kiezen.
Visie vraagstuk & Reframed problem
Ik heb een SWOT-Analyse uitgevoerd (11. Bijlage SWOT-Analyse) en vanuit daar samen met mijn groepsgenoten en onze directrice een confrontatiematrix opgesteld, met als doel tot een Reframed problem te komen (12. Bijlage confrontatiematrix). Na de verschillende inzichten tegen elkaar af te wegen is de verandering van 5% naar 10% bij de subsidie school & omgeving een enorme marktkans voor Campus. Deze kans matcht met verschillende sterktes. CampusNL is namelijk een stichting, dus is het maatschappelijk verantwoord. Ook is CampusNl afhankelijk van subsidies. Daarnaast is uit onderzoek gebleken dat de stad Den Haag het meeste aanspreekt om aan de slag te gaan. Al deze nieuwe inzichten hebben geleid tot het volgende Reframed problem: Hoe kan Campus Nederland basisscholen uit Den Haag die nieuw in aanmerking komen door de veranderende regeling van de subsidie school en omgeving positief beïnvloeden in de conversie fase door middel van een persoonlijke aanpak?
Betrokken stakeholders
De eerste dag binnen Campus hebben wij als groep zijnde direct een gesprek gehad met de operationeel manager Marco (8. Bijlage gesprek operationeel manager). Tijdens dit gesprek had ik zelf een afwachtende rol, omdat ik het lastig vond om mee te praten over Campus gezien mijn groepsleden al met Campus bekend waren. Dit gesprek heeft mij veel nieuwe informatie opgeleverd. Daarnaast hebben we onze challenge en zijn verwachtingen besproken, waardoor het voor mij als nieuweling een stuk duidelijker is geworden.
In de gehele periode heb ik het contact gelegd met Jazna en Suzan van het communicatieteam. Deze medewerkers zijn verantwoordelijk voor alle content die CampusNL online plaatst. Door hun erbij te betrekken hebben we veel relevante informatie verzameld en hebben we hun deel gemaakt van ons project.
Ook de directrice Mandy Markerink is een belangrijke stakeholder. Wij hebben regelmatig met haar afgesproken over de voortgang van het project en onze conclusies getoetst. Daardoor hebben wij verzekerd dat zij ons plan goed begrijpt en ondersteunt.
Mijn Rol.
Vanuit mijn stageperiode ben ik direct doorgerold richting 'The Finals'. Ik ben tijdens mijn stage erg sterk geworden in het kritisch nadenken over vraagstukken. Daarnaast haalde ik vaak niet de resultaten die ik voor ogen had, ondanks deze tegenslagen ben ik altijd doorgegaan om uiteindelijk een mooi resultaat te kunnen behalen. Ook waren er minder sterke punten zoals het initiatief nemen en het creatief nadenken. Voor mij was het dan ook echt een doel om mezelf te kunnen ontwikkelen op deze vlakken.
De afgelopen weken ben ik een stuk creatiever en initiatiefrijker geworden, zo heb ik erg veel meegedacht in hoe we onze doelgroep willen benaderen en heb ik van alle modellen die we gebruikt hebben een inzichtelijke template gemaakt. Ook heb ik het initiatief genomen om tijdens een campus dag pro-actief als mentor te werken.
Wat ik nog verder wil verbeteren de komende periode is het blijven initiatief nemen. Een voorbeeld hiervan is het stellen van vragen tijdens interviews. Als groep zijnde hebben we de afgelopen weken erg veel gedaan, maar ook zelfstandig heb ik mijn taken altijd uitgevoerd. Zo heb ik de golden Circle van CampusNL opgesteld en vond ik het belangrijk om in de beginperiode een sprintplanning op te stellen (9. Bijlage Sprintplanning). Daarnaast ben ik elke woensdag aanwezig geweest bij Campus en heb ik verschillende interviews af kunnen leggen. Aan het einde van de periode heb ik de SWOT-Analyse en de confrontatiematrix op mogen stellen en heb ik deze ook visueel vorm gegeven. Ook houd ik mij bezig met het maken van de PowerPoints van de voortgang presentaties (10. Bijlage voortgang presentaties).
1242 woorden, exclusief bronvermelding